woensdag 10 maart 2010

Behandelingsmethoden; Sensorische integratietraining

Het is nodig een goede analyse te maken bij het vertonen van een houterige motoriek door een kind om er achter te komen waar in het proces van het bewegen het probleem schuilt. Meestal zijn er verschillende motorische problemen zoals, problemen met schrijven, een slecht evenwichtsgevoel (vaak vallen), een slappe mand (kwijlen, zeker bij inspanning). Daarnaast kunnen ook concentratieproblemen een rol spelen. Behalve tot leerproblemen kan dit ook op sociaal-emotioneel vlak tot problemen leiden, zoals faalangst, moeilijk gedrag en problemen in de omgang met leeftijdgenootjes.

Als we alleen op vaardigheidsniveau oefenen dan gaan we voorbij aan het probleem die aan de basis ligt. Aan de hand van een voorbeeld over het balvangen worden de problemen duidelijk gemaakt.

  • Het kind beweegt voortdurend tegen de zwaartekracht in. Om goed tegen de zwaartekracht in te kunnen bewegen heeft het kind een bepaalde basisspanning of spierspanning nodig. Is deze niet goed dan is het moeilijk om de juiste gewrichtsstabiliteit op te bouwen en te behouden.
  • Hierdoor ontstaan vaak weer problemen met de coördinatie, omdat de snelheid van bewegen en de timing gerelateerd zijn aan juiste informatie uit de gewrichten en spieren. Deze informatie heet propriocepsis.
  • Bij sommige kinderen zien we bij het balvangen een niet adequate reactie (bv. afweer) op het materiaal waar de bal van gemaakt is. Dit heeft te maken met een niet juiste verwerking van de tastprikkel.
  • Om goed te kunnen vangen is er ook een goede handfunctie nodig, een samenwerking van de linker en rechter hand, dus een goede coördinatie van twee zijden en een goede oog- handcoördinatie.
  • Verder moet de oogmotoriek zelf in orde zijn. Wanneer het kind niet goed kan fixeren en volgen met de ogen, komt het in de problemen met het gooien en vangen van de bal.
  • Wat we verder niet moeten vergeten; is dat het kind ook een goede bewegingsstrategie uit moet kunnen denken. Het kind moet bedenken hoe het het beste kan gaan staan en hoe het zijn handen moet houden bij het gooien en vangen van de bal. Dit heet motorplanning.
  • Wanneer het kind niet alert genoeg is, lukt het niet om op tijd de bal te vangen. Wanneer er sprake is van een te laag of te hoog alertheidsniveau reageert het kind niet adequaat. Hierdoor kan het kind geen onderscheid maken tussen belangrijke en onbelangrijke prikkels. Op deze manier kan het zijn opdracht niet goed uitvoeren en werkt dit demotiverend.

We hadden als voorbeeld ook het traplopen, klimmen, glijden, springen of fietsen kunnen nemen. Praktisch al deze punten komen dan weer aan bod. Het zal duidelijk zijn dat een goede integratie van sensomotorische prikkels belangrijk is voor een goed functioneren van het kind, zodat het meer plezier krijgt in bewegen en aansluiting vindt bij het spel met leeftijdgenootjes.

Sensomotorische training is dus het aanbieden van bewegingsopdrachten, het ervaren van gevoelskwaliteiten, het verkennen van materiaal en ruimte met als doel een veelheid van sensomotorische ervaring te krijgen, waardoor het kind zelfvertrouwen ontwikkelt, hierdoor meer initiatief durft te nemen en bovenal plezier krijgt in het bewegen en daardoor meer aansluiting bij leeftijdgenootjes vindt en op school beter presteert (gym, schrijven).

http://www.fysiodunant.nl/index.php?page=behandelvormen-2

Geen opmerkingen:

Een reactie posten